Overschrijdingen van de uitstoot ten opzichte van 1,5°-klimaatdoelen in 2030 en 2050

Image
treemap
2023-01-16

Landen, bedrijven en andere coalities stellen klimaatdoelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen tot 'netto-nul' of te beperken tot een niveau dat overeenkomt met de 1,5°-doelstelling uit de Overeenkomst van Parijs. Individuele mensen vragen zich wellicht af wat zij kunnen bijdragen aan deze klimaatdoelen. Is een 1,5°-levensstijl haalbaar voor een gemiddelde EU-burger... zonder veranderingen in levensstijl?

Het doel van ons onderzoek is om meer informatie te verschaffen over het industriële aandeel in de vermindering van de broeikasgasemissies dat kan worden bereikt met een grootschalige decarbonisering – en het aandeel emissiereductie dat nog geleverd moet worden door individuen.

We hebben de limieten voor klimaatoverschrijdingen die het gevolg zijn van louter 'achtergrond'-veranderingen in de niveaus van broeikasgasemissies in de wereldeconomie gekwantificeerd. De term achtergrondveranderingen verwijst naar sociaaleconomische en industriële ontwikkelingen die van invloed zijn op de uitstoot van broeikasgassen, zoals een hogere economische productiviteit of een overgang naar een systeem van hernieuwbare energie. We hebben deze veranderingen toegepast op een model van de wereldwijde economie waarin uitgaven aan producten en diensten worden gekoppeld aan uitstoot in verband met de levering van dat economisch goed (dit wordt een environmentally-extended input-outputmodel genoemd). De verwachte veranderingen waren gebaseerd op een traject in overeenstemming met 1,5° opwarming gerealiseerd door meer sociale en economische gelijkheid en technologische innovatie (SSP1-RCP1.9).

Image
step changes
Eigen uitwerking met pictogrammen gemaakt door Freepik (flaticon.com)
Figuur 1. Veranderingen in wereldwijde economische en industriële systemen opgenomen in achtergrondmodellering.

Vanzelfsprekend vereisen sommige aspecten van decarbonisering acties van individuen in plaats van alleen maatregelen door de industrie of overheid. Het vervangen van een conventionele auto door een duurzamere mobiliteitskeuze kan door overheidsbeleid worden gestimuleerd, maar vereist desondanks gedragsverandering. Hetzelfde geldt voor energiebesparende maatregelen door huishoudens, veranderingen in voedingspatroon en vrijetijdsreizen. We hebben deze veranderingen opzettelijk buiten de modellering gehouden om aan te geven hoe de individuele CO2-voetafdruk zich zou kunnen ontwikkelen zonder individuele gedragsverandering naar een 1,5°-levensstijl.

Na aanpassing van het model voor toekomstige bevolkingsgegevens en productie-input voor economische activiteit, hebben we de op individueel verbruik gebaseerde voetafdrukken berekend waarin deze toekomstige achtergrondveranderingen tot uitdrukking komen. Nationale op verbruik gebaseerde voetafdrukken van huishoudens (zoals besproken in de post van vorige maand) zijn gedeeld door bevolkingsprognoses voor een gelijke doelstelling per hoofd van de bevolking. We hebben deze voetafdrukken vergeleken met CO2-doelstellingen op basis van een CO2-budget in overeenstemming met 1,5 °C met een lage afhankelijkheid van negatieve-emissietechnologie.

En wat bleek? De resultaten wijzen op het belang van gedragsverandering in de Europese Unie (EU). Met uitsluitend achtergrondveranderingen behaalt naar verwachting slechts één EU-land het klimaatdoel voor 2030, en behaalt geen enkel land het doel voor 2050 (Figuur 2).

Image
bar chart
Figuur 2. Doelen voor 2030 en 2050 uit hoofdstuk 2 in IPCC, 2018: Global Warming of 1.5°C. Household consumption-based carbon footprints calculated from EXIOBASE 3. De lijn geeft het mediane emissiebudget in overeenstemming met de doelstelling aan, met een schaduw over het 25e-75e percentiel.

Slowakije behaalt het doel voor 2030 (2.35 tCO2e yr-1 per hoofd van de bevolking), en Kroatië net niet met een overschrijding van 1%. De voetafdrukken van Luxemburg en België zijn naar verwachting het dubbele van het doel voor 2030. In 2050 variëren de overschrijdingen in de EU-27 tussen 2,5 tot 13 maal het doel voor 2050 (0.53 tCO2e yr-1 per hoofd van de bevolking).

Als vergelijking met de EU zijn ook drie G20-landen buiten Europa (Indonesië, Mexico en Zuid-Afrika) onderzocht. Indonesië heeft de kleinste verwachte voetafdruk in 2030 met 2.5 tCO2e yr-1 per hoofd van de bevolking; 6% boven het doel voor 2030. Net zoals de EU-27 behaalt geen van de drie landen het doel voor 2050 zonder gedragsverandering.

De voetafdruk van sommige landen zal naar verwachting in de loop van de tijd zelfs toenemen, omdat achtergrond-decarbonisering achterblijft bij stijgend verbruik in combinatie met minder efficiënte technologie. Inkomensstijging van huishoudens door economische groei en productiviteitsstijging leidt naar verwachting tot meer verbruik, zoals veelvuldig gebruik van de eigen auto en grotere huizen met extra vraag naar verwarming en koeling. Om de klimaatdoelen te halen moeten deze veranderingen worden gecompenseerd door de invoering van duurzamere technologieën of een mindset die uitgaat van toereikendheid.

Over alle scenariojaren komt het grootste deel van de uitstoot in de EU en de drie G20-landen voor rekening van vervoer, energie voor huishoudens, en voedsel. De uitstoot door vervoer is in de G20-landen in 2030 groter dan die door voedsel, omdat het uitgavenpatroon verschuift van essentiële naar meer vrije bestedingen.

Image
tree map
Figuur 3. Aandeel van belangrijke verbruiksdomeinen in totale uitstoot. Directe uitstoot verwijst naar uitstoot die direct is veroorzaakt door brandstofverbruik door huishoudens voor vervoer, verwarming, koken, etc.

(On)gelijkheid speelt ook een rol in de CO2-voetafdruk. De totale CO2-voetafdruk van rijke mensen is doorgaans groter dan die van minder rijke mensen vanwege een groter algeheel verbruik. Dit geldt ondanks het feit dat de totale emissie-intensiteit per geldeenheid in vergelijking lager kan zijn voor een rijk huishouden. Een gelijk voetafdrukdoel zou dus een veel grotere relatieve vermindering vereisen van huishoudens met een grotere voetafdruk door een hoog inkomen.

In het algemeen blijkt uit ons onderzoek naar de relatie tussen toekomstige CO2-voetafdrukken en klimaatdoelen hoe belangrijk individuele gedragsverandering is voor de beperking van klimaatverandering.

Stephanie Cap en Laura Scherer, Universiteit Leiden

Bron van de afbeeldingen: EU 1,5° Levensstijlen consortiumpartners (c)